Open brief naar aanleiding van de dag van de democratie
We worden de laatste tijd regelmatig om de oren geslagen met allerhande nieuwe participatie- en inspraakinitiatieven om burgers sterker te betrekken bij besluitvorming. Dat er over aanvullingen op onze representatieve democratie wordt nagedacht, kan alleen maar aangemoedigd worden. Het debat biedt immers kansen om in te spelen op de legitieme vraag van burgers om meer betrokken te worden bij het beleid. Alleen staan zulke initiatieven te vaak op zichzelf en is hun reële impact meestal erg beperkt. Ze zorgen daardoor niet voor meer vertrouwen in de politiek of voor een versterking van de democratie. In plaats van losse initiatieven en eenmalige bevragingen vragen we een echte beleidsvisie rond inspraak en participatie die innovatieve vormen van burgerinspraak koppelt met meer traditionele vormen van adviesverlening en overleg. Participatie kan op zichzelf immers nooit het eindpunt zijn, en moet steeds als basis dienen voor goed beleid.
De harten van burgers verover je met goed beleid
Uit cijfers van de OESO en van Statistiek Vlaanderen blijkt dat het vertrouwen in van burgers in de politiek erg laag is. Politici grijpen burgerinspraak dan ook graag aan in een poging om het tanend vertrouwen in de politiek te herstellen. Maar onderzoek leert ons dat je als beleidsmaker voornamelijk impact hebt op politiek vertrouwen door werk te maken van kwalitatief en gedragen beleid. Burgerparticipatie zal vooral een impact hebben op politiek vertrouwen wanneer het als leidraad wordt gebruikt om aan kwalitatieve en impactvolle besluitvorming te doen. Omgekeerd kan je pas spreken over goed beleid, wanneer alle relevantie democratische actoren betrokken zijn geweest in de totstandkoming ervan en er draagvlak is voor de uitkomst van het proces. Participatie en goed beleid hebben elkaar dus nodig om succesvol te zijn. Wanneer participatie te ver af staat van het eigenlijke beleid, een bedje waar heel wat nieuwe initiatieven ziek in zijn, is de impact op politiek vertrouwen zelfs negatief. Zo creëer je lege participatiekoterijen, terwijl ons democratisch besluitvormingsproces beter verdient.
Ten strijde tegen kritische pottenkijkers
De opkomst van nieuwe, vaak door politici geïnitieerde, inspraaktrajecten heeft bovendien geleid tot heel wat valse tegenstellingen. Zo komen nieuwe initiatieven vaak te staan tegenover traditionele praktijken van inspraak en consultatie via middenveldorganisaties en adviesorganen. Het debat laat te weinig ruimte voor de voordelen die aan beleidsadvies via advies- en overlegorganen verbonden zijn, zoals de deskundigheid en continuïteit in een adviesproces, of de focus op langdurige samenwerking, coördinatie en vertrouwen. Heel wat van de al dan niet terechte werkpunten van deze klassieke structuren worden onterecht toegeschreven aan de advies- en overlegorganen zelf, eerder dan aan de complexiteit en de techniciteit van de dossiers waarop ze werken.
Wie uitgaat van het primaat van de politiek, benadrukt dat enkel wie democratisch verkozen is, beslissingsrecht heeft. Maar voor sommige partijen gaat dat recht verder. Zij gaan openlijk de strijd aan met traditionele vormen van beleidsadvies en dreigen met monsterbesparingen die in de feiten het einde van adviesstructuren inluiden. Maar politici en hun kabinetten alleen beschikken niet over alle nodige informatie voor beleidskeuzes. Als alternatief voor vervelend maar doorwrocht advies lanceren ministers dan maar aan de lopende band nieuwe initiatieven, gaande van kakelverse overlegorganen tot samenwerkingen met dure consultancy of gaan ze aan de slag met innovatieve vormen van burgerinspraak. Zo’n solo slim betekent in realiteit vaak een stap achteruit voor onze democratie.
Naar een duurzaam kader voor burgerinspraak
Losse initiatieven en eenmalige bevragingen die vaak enkel de mondige hoogopgeleide burger bereiken, gaan de democratie niet redden, en al zeker niet wanneer de uitkomst ervan niet ernstig genomen wordt en een concrete vertaalslag krijgt. In plaats van participatie vormen tegen elkaar uit te spelen, moeten we op zoek naar modellen waar klassieke en nieuwe trends elkaar kunnen versterken. Daarom stellen we voor om strategische adviesraden de mensen, middelen en verantwoordelijkheid te geven om structureel burgerparticipatie te organiseren, en om spontaan burgerinitiatief te beluisteren en stem te geven in de eigen adviesfora. Het is een kans voor beleid en adviesraden om zichzelf te hervormen en te versterken. Het is een kans voor burgers om gehoord te worden, en een kans voor de politiek om aan vertrouwen te winnen.
Dit zal uiteraard niet werken voor elk thema of dossier, en elke adviesraad moet op zoek naar een model of structuur die is aangepast aan de eigen realiteit. Wel moeten adviesraden voldoende ademruimte krijgen om dergelijke trajecten uit te rollen. Vandaag investeren overheden heel wat middelen in peperdure consultancy, middelen die ook geïnvesteerd kunnen worden in een duurzaam kader waarop adviesorganen in kunnen tekenen om hun eigen projecten vorm te geven.
Peter Wouters, Voorzitter Beweging.net
Lies De Winter, Algemeen Directeur Beweging.net
Ann Vermorgen, Nationaal Secretaris ACV
Luc Van Gorp, Voorzitter CM
Caroline Copers, Algemeen Secretaris Vlaams ABVV
Johan Tourné, Directeur Samana
Dirk Verbist, Directeur De Federatie
Dries Van Rechem , Voorzitter KAJ
Els Hertogen, Directeur 11.11.11
Tim Buyse, Persoonlijke titel
Tomas Uten, Adviseur beweging.net