Skip to content

Waarom de loonnormwet niet deugt

Maandag voerden het ACV en het ABVV actie. Ze willen dat de loonnormwet dringend herzien wordt. In Visie van deze week vertellen Renaat Hanssens van het ACV en Matthias Somers van Denktank Minerva waarom de loonnormwet niet deugt.

‘De loonwet symboliseert hoe de lonen al decennia worden beknot’

Sinds januari zitten de tweejaarlijkse loononderhandelingen tussen werkgeversorganisaties en vakbonden muurvast. Toen berekende de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) dat de maximale stijging van de lonen amper 0,4 procent mag bedragen. Ze berekenden dat op basis van de loonevolutie in de buurlanden. ‘Een aalmoes’, klonk het bij de vakbonden. Maar omdat de werkgevers daarvan niet wilden afwijken kwam het tot een actiedag en stakingen op 29 maart.

 

Veertig jaar loonmatiging

Nochtans komt de onvrede over de loonmarge niet uit de lucht vallen. Bij elke onderhandelingsronde neemt de ruimte voor loonopslag immers af. Al vanaf de jaren 80 zien we een daling in het deel van de in bedrijven geproduceerde meerwaarde dat naar lonen en sociale zekerheidsbijdragen gaat, het zogenaamde arbeidsdeel. Het deel dat naar investeringen in kapitaal gaat, neemt dan weer toe.

‘Tussen 2000 en 2018 ging het loonaandeel 3,2 procent achteruit’, becijferde economisch adviseur van het ACV Renaat Hanssens. ‘Dat is 15,5 miljard euro dat niet naar lonen gaat.’

De meest onschuldige verklaring daarvoor is dat er zich in de Belgische economie een verschuiving heeft voorgedaan naar hoogtechnologische sectoren waar het kapitaalaandeel sowieso hoger ligt, vertelt Matthias Somers van Denktank Minerva. ‘Maar dat verklaart niet alles. In de jaren 50 vond een gelijkaardige verschuiving plaats zonder een krimpend arbeidsaandeel. Belangrijker is dat de onderhandelingsmacht van de vakbonden afnam.’

 

Race to the bottom

‘In een geglobaliseerde economie hebben bedrijven meer mogelijkheden om de werknemersvertegenwoordiging onder druk te zetten’, legt Matthias Somers uit. ‘Ze kunnen ermee dreigen een deel van de productie naar het buitenland te verplaatsen. Maar het zijn toch ook vooral de landen zelf geweest die meegingen in een race to the bottom om de loonkosten laag te houden. Zij gingen volledig mee in het verhaal van de bedrijven.’

Sindsdien leeft ook in België de gedachte dat de loonkosten veel te hoog liggen. ‘Maar om de lonen correct te vergelijken, moet je ook kijken naar wat ze produceren’, stipt Renaat Hanssens aan. ‘En dat ligt in België nog steeds veel hoger dan in de buurlanden.’ Volgens Somers is het onbegrijpelijk dat we onszelf de status van economisch kneusje van Europa hebben aangepraat: ‘Dat is gewoon niet zo. Er kan veel beter, maar investeringen van bedrijven liggen relatief hoger dan in de buurlanden, en qua persoonlijk vermogen zijn we rijker dan de Nederlanders, Fransen of Duitsers. Zeer merkwaardig als we het al dertig jaar zo slecht doen. Maar bedrijven komt dat verhaal wel goed uit.’

 

‘We hebben het onszelf aangepraat dat we het economisch kneusje van Europa zijn.’

 

Kunstmatige loonhandicap

Dat leidde in 2017 tot een verdere verstrenging van de loonmarge, waardoor die zijn indicatieve waarde verloor en een wettelijk maximum werd. ‘Die wet zou de onderhandelingen moeten faciliteren, maar bemoeilijkt ze net’, aldus Hanssens. ‘Het zet de werkgevers in een zetel en de vakbonden met hun rug tegen de muur.’ Somers vat het samen: ‘De loonwet symboliseert hoe de vakbonden worden beknot.’

Ten laatste op 15 april moet de regering een voorstel over de loonnorm doen. Wellicht zal ze via omzendbrieven in specifieke sectoren uitzonderlijk een hogere marge toelaten. Maar zo’n occasionele maatregel brengt fundamenteel geen zoden aan de dijk. ‘Wij willen van de loonnorm zelf af’, zegt Hanssens. ‘Geen eenmalige premie waarna zich twee jaar later hetzelfde probleem voordoet.’ Daarvoor is de discussie over de lonen ook te belangrijk. ‘Dit heeft zoveel impact op de welvaart van de Belgen en beïnvloedt de pensioenen en de betaalbaarheid van de sociale zekerheid’, besluit Somers. ‘Dat de politieke partijen het fundamentele belang van het loonoverleg niet inzien, is heel problematisch.’

 

Dit artikel is een ingekorte versie van het artikel dat op 1 april in Visie verschijnt.

Deel dit bericht:

Back To Top