“De grootste uitdaging voor Europa vandaag is het herstel van vertrouwen. Populistische politici misbruiken het Europese niveau vaak als zondebok voor alles wat er misloopt. Dat is makkelijk, maar het maakt de kloof tussen de burger en het beleid alleen maar groter. Terwijl het volgens mij heel erg duidelijk is: wie de EU begrijpt, weet dat ze juist vaak een deel van de oplossing is, niet het probleem.
Neem nu de bevoorrading van essentiële geneesmiddelen tijdens de coronapandemie. Toen werd er te traag en versnipperd gereageerd omdat het geneesmiddelenbeleid te fragmentarisch was. Met de Critical Medicines Act wordt nu gewerkt aan een gezamenlijke aanpak voor de opslag van cruciale geneesmiddelen, zodat we beter voorbereid zijn in de toekomst. Alleen: leg dat maar eens uit op de markt op zaterdagochtend. Daar ligt dan ook de grote uitdaging: Europa moet zichtbaarder worden. Wouter Beke en ik proberen onze achterban goed te informeren over wat er leeft in het parlement. We moeten uitleggen hoe Europa op honderd en één manieren dagelijks het verschil maakt. Sociale media zijn daarin een hulpmiddel, maar ik probeer ook zoveel mogelijk in dialoog te gaan. Concrete voorbeelden werken het best om te tonen dat Europa wél impact heeft.”
“Absoluut. Europa is nog steeds vooral een economisch verhaal, en dat is logisch als je kijkt naar de geschiedenis. Maar vandaag verwachten mensen meer: ze willen niet alleen een sterke munt of vrije markt, maar ook zekerheid en een eerlijke kans op een goed leven. Het is aan Europa om ze dat te bieden. Er zijn al stappen gezet, zoals de Europese Pijler van Sociale Rechten of de Union of Skills die de Europese burgers wil voorbereiden op de arbeidsmarkt. Maar het mag nog ambitieuzer. Europa moet ook een sociale unie zijn, die evenveel nadruk legt op sociale rechten als op economische groei. Dit betekent: investeren in sociale bescherming, eerlijke lonen, toegankelijke gezondheidszorg en kwalitatief onderwijs. De coronapandemie heeft duidelijk gemaakt hoe belangrijk een sociaal vangnet is. Ook de oorlog in Oekraïne onderstreept dat. Op zo’n ervaringen moet Europa voortbouwen.”
“Het middenveld is de brug tussen burgers en beleid. In Europa kan het de lokale zorgen vertalen naar een breder niveau en zo bijdragen aan een beter beleid. Die traditie van institutionele betrokkenheid leeft sterk in België – met adviesraden, de Sociaal-Economisch Raad van Vlaanderen (SERV) op Vlaams niveau en de Nationale Arbeidsraad (NAR) en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) op federaal niveau. Die aanpak moeten we ook Europees versterken. Niet via lobbying, maar via structurele participatie.
Beweging.net is wat mij betreft een voortrekker. Ze geven een stem aan werknemers en kwetsbare groepen, bewaken een rechtvaardige transitie zodat niemand achterblijft in de overgang naar een duurzamere economie én ze zijn een waakhond voor democratische waarden. Ze informeren, mobiliseren en empoweren burgers om actief deel te nemen aan het Europese project. Hun werk en dat van ons in het parlement loopt vaak parallel. Ze laten zien dat Europa niet draait om instellingen en verdragen, maar om mensen en hun verhalen. Dat is precies wat we nodig hebben.”