Het is een maatregel die heel aanlokkelijk lijkt om op korte termijn wat geld bij te verdienen. Alleen zijn er heel wat valkuilen aan verbonden. Onbelast bijverdienen wil ook zeggen dat er geen sociale rechten worden opgebouwd, daarnaast komen flexi-jobs het meest voor bij jobs die kunnen worden ingevuld door laaggeschoolde werknemers. In dat segment van de arbeidsmarkt is het vandaag al een uitdaging om een duurzame job te vinden met voldoende bescherming. Dit systeem maakt de druk nog groter.
Resultaten
Uit onze bevraging blijkt dat bijna de helft van de respondenten momenteel een flexi-job heeft of overweegt er één te nemen. De populairste motivatie (40%) is het willen bijverdienen voor extraatjes zoals hobby’s of uitstapjes. Daarnaast geeft men aan dat hun gewone loon niet volstaat om rond te komen. Ook de wens om zich nuttig te blijven voelen speelt een belangrijke rol . Vooral onder gepensioneerden leeft dit sterk. Iemand benadrukte bovendien dat “het zoeken naar professionele afwisseling als leerrijk en verrijkend wordt ervaren”.
Toch geeft een aanzienlijk deel van de respondenten aan bewust geen flexi-job te willen doen. De belangrijkste bezwaren hebben te maken met de impact op de sociale zekerheid: ze vrezen dat het systeem wordt uitgehold omdat er geen bijdragen worden geleverd zoals bij gewone arbeid. Ook verwijst men naar vrijwilligerswerk, dat evenveel voldoening geeft en tegelijk broodnodig is. Er zijn signalen dat vrijwilligers moeilijker te vinden zijn, omdat flexijobs als aantrekkelijk alternatief worden gezien.
Deze diverse stemmen tonen aan dat flexijobs voor velen een noodzakelijke of gewenste aanvulling zijn, maar tegelijk ook vragen oproepen over solidariteit en (de toekomst van) vrijwilligerswerk.