In de Noker zorgt men al eeuwenlang voor mensen. Het Godshuis van de Heilige Drievuldigheid, de Alexianen of Cellebroeders, de zusters Franciscanessen. De zusters krijgen de steun van de jezuïeten (pater Bellens en pater Boomgaerd) om het buurtwerk uit te bouwen, in een wijk waar vele cafés en enkele bordelen liggen. De kloosterdeuren worden opengezet voor het buurtleven en ze halen de buurtbewoners naar binnen: in de kloostergang komen biljarttafels, tafelvoetbal, café- en gezelschapsspelen.
Begin jaren 1960 komen de eerste Marokkaanse arbeiders naar België. In Mechelen gaan ze wonen in de buurt rond het Franciscanessenklooster omdat de huurprijzen er zo laag zijn. De zusters waren bekommerd om het lot van deze ontheemde mannen. Ze worden betrokken bij de buurtwerking, worden uitgenodigd op filmavonden en krijgen een gebedsplaats in de kloostergang. De Marokkaanse mannen leren zo niet alleen elkaar, maar ook de mensen van de buurt kennen. Wanneer deze mannen later hun vrouwen en kinderen laten overkomen, krijgen ook deze nieuwkomers ondersteuning van de zusters. Zuster Andrea die in Marokko leefde en Arabisch en Berbers spreekt, komt de ploeg in Mechelen versterken en ligt aan de basis van de Marokkaanse vrouwenwerking. Begin jaren 1970 vindt ook Rzoezie, het Mechelse jongerencentrum voor Marokkaanse migranten, hier zijn oorsprong.
De zusters Franciscanessen lieten in 2000 het gebouw over aan het bisdom. Nu is het gebouwencomplex eigendom van de vzw Emmaüs, die er een nieuwe naam aan gaf. De Noker verwijst naar de Nokerstraat waar het gebouw zich bevindt. Ook vandaag is het gebouw een centrum van zorg. Emmaüs is niet alleen in Mechelen, maar in heel de provincie Antwerpen actief: in algemene ziekenhuizen, geestelijke gezondheidszorg, zorg voor personen met een beperking, ouderenzorg, kinderenopvang en jeugdzorg.