Skip to content

Column – Oktoberfeest in Vlaanderen

Herwig Reynaert – Op 30 april 2021 sprak toenmalig Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers over een hoogdag van de (lokale) democratie. Volgens de minister zullen de nieuwe regels voor minder particratie en meer democratie zorgen en zal de kiezer bepalend zijn. Verhogen ze de kwaliteit van de lokale democratie? Moeten we 30 april tot een lokale feestdag uitroepen? Waarom dit ‘feestgedruis’? De Vlaamse regering keurde die dag het voorontwerp van decreet met een aantal belangrijke veranderingen voor de lokale besturen goed.

De opkomstplicht voor de lokale verkiezingen werd afgeschaft. Dit was op zijn minst een liberale trofee. Moeten we die wijziging toejuichen? Het blijft een lastige vraag. Sommigen zullen stipuleren dat een democratie nu eenmaal rechten en plichten inhoudt. Zo erg is het dan toch niet om één keer om de zes jaar te gaan stemmen. Anderen menen dat stemmen een recht en geen ‘plicht’ moet zijn. Op zich valt er iets voor te zeggen, maar tot op heden blijkt dat bepaalde bevolkingsgroepen nog altijd proportioneel minder gaan stemmen in het systeem van stemrecht. Is het dan een goede zaak dat voortaan een bepaald percentage haar electorale kat naar de stembus zal sturen? Voorstanders van het systeem zullen echter stellen dat de kiezers in staat zijn om in te schatten of de verkiezingen er toe doen. Werk aan de winkel dus voor politieke partijen en politici. De verkiezingscampagne
zal er alvast fundamenteel anders uitzien. Voortaan zullen de politieke partijen de kiezers moeten overtuigen om hun tocht naar de stembus te maken. Afwachten wat 13 oktober 2024 voor ons in petto heeft. Misschien een geluk dat in 2024 de gemeente-, districts- en provincieraadsverkiezingen plaatsvinden na de Vlaamse, federale en Europese verkiezingen. Het zal zaak zijn om aan de kiezers uit te leggen dat voor bepaalde verkiezingen opkomstplicht geldt en voor andere stemrecht. Volledige duidelijkheid zal er voor de kiezer dus ongetwijfeld niet zijn.

De ‘afschaffing’ van de lijststem was een tweede maatregel van de Vlaamse regering. Kiezers zullen voortaan nog steeds een lijststem kunnen uitbrengen maar ze zal enkel tellen voor de verdeling van de zetels over de verschillende politieke partijen. Het voordeel van deze maatregel is, zonder enige twijfel, dat er duidelijkheid zal zijn voor de kiezers. Diegenen met de meeste voorkeurstemmen binnen hun partij zullen verkozen zijn. Nadeel is dat minder bekende ‘jonge (?)‘, ‘kwaliteitsvolle’, … kandidaten minder gemakkelijk door de politieke partijen zullen kunnen ‘gelanceerd’ kunnen worden. Tot nu toe kon men deze kandidaten hoog op de lijst plaatsen met het idee dat ze eventueel met de ‘pot’ van de lijststemmen verkozen konden worden. Nu zullen ze het op eigen electorale kracht moeten doen.

Voortaan wordt, Wallonië achterna, de persoon met de meeste voorkeurstemmen van de grootste partij uit de coalitie automatisch burgemeester. Veel zal er ongetwijfeld niet veranderen. Ook nu wordt ongeveer 80 procent van de stemmenkampioenen burgemeester. Bovendien komt hij/zij meestal uit de grootste politieke partij. In de toekomst zal het trouwens nog steeds kunnen dat de burgemeester niet uit de grootste partij komt. De lijsttrekker van de grootste partij zal weliswaar gedurende veertien dagen het initiatiefrecht
krijgen om een coalitie te vormen maar niets zegt dat hij/zij zal slagen om een meerderheid te vormen. Afspraken op voorhand zullen ongetwijfeld plaatsvinden. The proof of the pudding is in the eating… ook met deze maatregel is dit het geval.

Op 9 december 2022 raakte vervolgens bekend dat minister Somers juridisch afdwingbare voorakkoorden onmogelijk wilde maken. De modelakte die moet ingevuld worden, zal pas vrijgegeven worden op de verkiezingsavond. Omdat de politieke partijen een dergelijke voordrachtsakte van burgemeester en schepenen slechts één keer kunnen invullen, worden afdwingbare voorakkoorden zo goed als onmogelijk.

De vraag is echter of informele voorakkoorden hiermee ook tot het verleden zullen behoren. Ik denk alvast van niet. Als er een onderling vertrouwen is tussen de coalitiepartners – en dit valt uiteraard te hopen – wacht men tot de avond van de verkiezingen om de modelakte in te vullen en klaar is kees.

Ik blijf herhalen dat, als men de burger meer inspraak wil geven, we moeten terugkeren naar het systeem dat ‘panacheren’ heet. Op die manier kan de kiezer over de partijgrenzen heen een stem uitbrengen. In dat systeem kunnen we zelf onze gemeenteraad samenstellen en aangeven welke coalitie onze voorkeur geniet. Een zaak van politieke moed? Tot slot hoop ik dat de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2024 een feest van de democratie worden en sterke gemeenteraden en colleges opleveren. In het bijzonder hoop ik dat, om het min of meer met de woorden van Brihang te schrijven dat de gemeenteraadsleden toch een steentje in de schoen van het college van burgemeester en schepenen zullen zijn. Pas dan zullen zowel gemeenteraad als het college weten waarom ze bestaan. ‘Der zit een steentje in m’n schoen, maar kzien der al gewend aan. ’t Is daardoor da’ik ’t gevoel heb da’k besta.’ We moeten vooral vermijden dat raadsleden zich de vraag stellen: ‘Waarom doe ik het nog?’.

 

“Voer de opkomstplicht terug in.”
Dat is één van de prioriteiten die werd opgenomen in ons Vlaams memorandum. Beweging.net maakte de voorbije maanden werk van een lijst van voorstellen waarmee we politieke partijen willen inspireren en aanzetten om er de volgende legislatuur werk van te maken. Met onze aanbevelingen streven we ernaar om de samenleving socialer, rechtvaardiger, duurzamer en democratischer te maken.

Lies De Winter,
Algemeen Directeur beweging.net

 

Deel dit bericht:

Back To Top