Skip to content

Nieuwjaarsboodschap Peter Wouters

 

Een nieuw jaar betekent nieuwjaarswensen. Helaas niet fysiek, op het nieuwjaarsfeest dat normaal gepland stond op 8 januari in de Ancienne Belgique, maar wel digitaal. Naar jaarlijkse gewoonte kijken we in onze nieuwjaarsboodschap hoopvol, maar tegelijk met een kritische blik naar de maatschappij en de politiek. In het filmpje kan u de boodschap van Algemeen voorzitter Peter Wouters bekijken. De integrale speech kan u onderaan deze pagina nalezen.

 

De volledige speech

Bij nader inzien…

Was misschien wel de meest gepaste zin van het voorbije jaar. Bij nader inzien moesten al onze organisaties hun activiteiten weeral hertimmeren. Bij nader inzien moesten alle coronaregels afgebouwd of meermaals herzien worden. Bij nader inzien was de ene covid-variant toch de andere niet. Bij nader inzien gaan de grote vraagstukken niet weg door er wat tijd over te laten gaan… integendeel, ze worden hardnekkiger. Er is dus nog veel werk aan de winkel…

Ik wens ieder van u graag een mooi 2022 toe, waarin dromen weer meer ruimte krijgen om gerealiseerd te worden. Met een goede gezondheid, waarvan we vandaag weten hoe belangrijk die wel is.

De pandemie is nog niet weg. Bij nader inzien… zijn alle politici die vol overmoed, en soms zelfs woedend, eisten dat de regels weg moesten, van een kale reis thuisgekomen. Diegenen die dachten, of nog altijd denken, dat een virus luistert: zij hebben zich vergist. Ik steun dus alle voorzichtige beleidsmakers, die niet te beroerd zijn om toe te geven dat ze ook vergissingen maken. Die dag na dag proberen de best mogelijke beslissingen te nemen. Het is voor hen geen gemakkelijke periode.

Als we het coronabeleid van de afgelopen periode evalueren, dan zien we dat de meeste maatregelen om de mensen en de economie te beschermen, geslaagd zijn. Ook speciaal dank daarbij aan de werknemers en vrijwilligers van alle ziekenfondsen en vakbonden, de zorg, het onderwijs en zovele anderen, die tot op vandaag vele tanden hebben bijgestoken om alle beslissingen mogelijk te maken of op te vangen.

Bij nader inzien zijn er intussen meer dan vijf en een half miljoen mensen gestorven aan dit virus. Daarmee zit het coronavirus in de top 5 van meest dodelijke pandemieën aller tijden. Ik betuig mijn oprecht medeleven aan iedereen die een dierbare heeft verloren.

De crisis zou nog groter zijn zonder het vaccin. Daarom moet de toegang tot vaccinatie verder uitgewerkt worden. WSM voerde het afgelopen jaar samen met andere partners strijd voor een faire verdeling van de vaccins wereldwijd.Deze maand konden we lezen dat er eindelijk een sprankeltje hoop is voor zij die hier nog geen toegang toe hadden. Twee Texaanse onderzoekers zijn de helden van vandaag. Ze leren ons dat een onbaatzuchtige inzet nog bestaat, zelfs in een sector waarin niemand dit nog voor mogelijk hield. Ze hebben een nieuw vaccin gemaakt vrij van eigendomsrechten, betaalbaar voor eenieder die het nodig heeft.. Daarnaast kwam de voorbije periode een onderzoekscentrum tot stand in Senegal, zodat men daar zelf ontwikkeling en productie kan doen van een vaccin. Dat is twee keer goed nieuws! Ik hoop dat deze goede voorbeelden anderen mogen inspireren.

Goede vrienden, ik wil in deze nieuwjaarsboodschap drie punten aanhalen: onze mensenrechten, onze klimaatstrijd en onze opdracht als beweging.

Mensenrechten. Toen mevrouw Sleurs in 2017 als staatssecretaris van gelijke kansen werd opgevolgd door mevrouw Demir, was de eerste publieke boodschap van haar dat ‘Unia niet doet waarvoor het is opgericht’. Alle partijen, Vooruit, CD&V, Open VLD en Groen vonden dit toen maar toogpraat. De ruzie was echter begonnen en de bij de opmaak van de Vlaamse en federale regeerakkoorden maakte men afspraken: federaal sprak men af dat er een “performant mensenrechteninstituut moet komen, met A-status, tijdens deze legislatuur” en dat “Unia haar rol ten volle moet kunnen spelen”.

Het Vlaams regeerakkoord gaat echter voor een eigen mensenrechten instituut, los van Unia, dat zich inschakelt in een interfederaal mensenrechtenmechanisme dat internationaal erkend wordt. Dus de samenwerking met Unia wordt stopgezet en men kijkt opnieuw naar die A-status.

Uiteraard weet u wat een A-status is, maar ik wist het niet. Dus ik heb het opgezocht. Er zijn 8 criteria die je moet naleven en dan krijg je als land die beruchte erkenning die je toelaat mee te beslissen over de mensenrechten in Europa en de wereld. Bijvoorbeeld staat hierin dat het centrum bij wet onafhankelijk moet zijn van de politiek, breed van werkingsgebied, alle handelingen moet kunnen stellen om klachten te behandelen en relaties moet kunnen aangaan met alle stakeholders.

Federaal is al mooi werk verricht en is FIRM opgericht. Een overkoepelend instituut, waarvan het eerste beleidsplan opgemaakt is, en dat er goed uitziet. Een kans om samen te werken? Bij nader inzien toch maar niet.

In dat beleidsplan, maar ook in de Vlaamse plannen is van een samenwerking met het FIRM geen sprake. De minister perkt in zijn plannen bovendien de macht en de instrumenten van zijn eigen nieuwe instituut in en garandeert geen autonomie. Dat is voor onze mensenrechten geen goede zaak.

Stel u maar eens voor dat u willekeurig wordt gearresteerd en vastgezet, of dat u wordt beboet omdat u lid bent geworden van een vereniging, of dat u geen woning vindt omdat uw vriendin een donkere huidskleur heeft. En dat de instelling die uw klacht moet aanpakken zelf ter discussie staat of een leeuw is zonder tanden. Hopelijk wil de minister straks de vele adviezen die hij kreeg nog eens nalezen en wat aanpassingen doen, want de instellingen die moeten bemiddelen en adviezen geven dienen boven elke twijfel te staan. Enkel zo zullen ze het gezag kunnen uitstralen dat nodig is in tijden van snelle polarisering. Een goede samenwerking met stakeholders en tussen de vele bestuursniveaus zal daar deel van uitmaken.

Over de bestuursniveaus gesproken: ook daar rekenen we op wat meer samenwerking. Ik neem u even mee naar de zesde staatshervorming. Daar is voor het leefmilieu en energie, zeg maar het klimaatbeleid, een nieuw kader getekend. Enerzijds werd de nationale klimaatcommissie versterkt in haar opdracht om de afstemming tussen Vlaanderen, Wallonië en Brussel te doen en de opvolging van het beleid te monitoren. Anderzijds werd afgesproken dat in het geval van falen van de regio’s de federale overheid plaatsvervangend moet optreden voor alle internationale verbintenissen, zoals die van broeikasgassen en het VN Klimaatverdrag.

De problemen zijn alleen maar groter geworden: de afspraken over de klimaatcommissie moeten nog altijd in praktijk gebracht worden en de rol van de federale overheid wordt continu in deze kwestie betwist. Misschien was het geen goed idee om de regio’s op deze manier te belasten met leefmilieu en energie. Het is voor hen duidelijk een bevoegdheid die voor spanning zorgt en waar ze de samenwerkingsplicht niet waargemaakt krijgen. Men slaagt er in Wallonië en Vlaanderen, maar ook in Brussel, niet in verder te komen dan een stoere opstelling voor de eigen achterban of zeg maar: het eigen kiespubliek. En dat is pijnlijk. Ik geloof dat we hier een dossier hebben dat beter de weg terug vindt naar een federale aanpak en waar we nieuwe criteria moeten gebruiken om aangepaste beslissingen te nemen. Ik begrijp dat met een lokaal, een provinciaal en twee technische adviezen een federale minister best goed beleid zou kunnen voeren. Het zou meteen onvruchtbaar geruzie en voortdurende mislukkingen uitsluiten. Het is, bij nader inzien, duidelijk in dit dossier dat, als de samenwerking geen kans krijgt, het bevoegdheidsgebied het gelag betaalt. Daarvoor is het klimaat te belangrijk en zo worden we vandaag internationaal met medelijden bekeken. Bij nader inzien dus een dossier dat opnieuw op de tekentafel moet komen.

Is het u trouwens ook opgevallen dat in de standpunten over onze staatsinrichting twee strekkingen zichtbaar zijn geworden: zij die inhoud en efficiëntie voorop stellen en zij die ideologie voorop stellen. Elke strekking heeft zo haar eigen problemen vandaag. Uit efficiëntieoverwegingen zijn structuren afgeschaft, om ze daarna onder een andere naam terug op te richten. Denk maar aan de oude arrondissementen en vandaag de referentieregio’s; of het voortdurend toeschuiven van nieuwe opdrachten naar steden en gemeenten, die daar niet op zitten te wachten. We denken blijkbaar graag in cirkeltjes. Om ideologische redenen is er volgens sommige mensen nog altijd een grote ontvoogdingsstrijd nodig, of maakt men van het land twee totaal verschillende democratieën. Dat is jammer, omdat we vandaag heel goed merken dat in alle regio’s dezelfde discussies bezig zijn over bijvoorbeeld fiscaliteit of kernenergie. Een beleid aanpassen aan kenmerken van doelgroepen, van steden of van regio’s is zeker een goed idee, maar men zou beter zijn pijlen richten op de juiste instrumenten die daarvoor kunnen gebruikt worden in de plaats van op de staatsstructuur. Onze grote partnerorganisaties geven het voorbeeld en laten zich alvast leiden door een princiepskijk op hun kerntaak: hoe kunnen we onze arbeid en gezondheid het best organiseren en welke hervormingen zijn hierbij een hulp. Ik denk dat dit een juiste startpositie is, die ik ook merk bij verschillende onderzoekers in universiteiten. Ik hoop dan ook dat iedereen die nog stenen wil verleggen bij hen te rade gaat.

Los van die staatsinrichting staan onze politici voor een belangrijke lente: het pensioendossier, de fiscale hervorming, de financiering van de ziekenhuizen, het dalend aantal mensen op beroepsactieve leeftijd wat zorgt voor krapte op de arbeidsmarkt, de groeiende impact van the big tech, … vraagstukken genoeg. Een aangepaste loonwet en de bescherming van het indexeringsmechanisme horen alvast tot onze verwachtingen in de komende maanden.

Als laatste wil ik graag kijken naar onze eigen organisatie. Twee jaar geleden beslisten wij grondig te evalueren hoe beweging.net het sinds 2014 doet. Bij nader inzien bleek er heel wat werk aan de winkel. Niet aan de missie, want die is maar lichtjes aangepast, maar wel aan de interne werking en aan de slagkracht. Na twee jaar hebben we vorige maand ons meerjarenplan unaniem goedgekeurd. Het eindpunt van dit proces en meteen het moment waarop onze neus terug op de wereld gericht is in plaats van op onze eigen navel.

Ik ben dus heel blij dat we in ons beleidsplan drie krachtlijnen hebben vastgelegd: we willen stem geven aan mensen en groepen, wij willen verbinding leggen tussen positieve krachten en we willen oplossingen aandragen voor de uitdagingen in onze samenleving die we belangrijk vinden: een sociaal rechtvaardige en duurzame samenleving bouwen, waar iedereen mee kan en waar we zorg dragen voor de meer kwetsbaren.

Plannen maken is één, ze uitvoeren is iets anders. Ik kan vandaag alleen mijn grote waardering uitspreken voor de honderden vrijwilligers en medewerkers die hun schouders onder dit plan zetten en als groep, samen, in actie schieten.

Onze opdracht is, bij nader inzien, heel politiek . Daarom bedank ik vandaag in het bijzonder iedereen die op de verschillende bestuursniveaus met ons samenwerkt. Wat ons bindt is een gelijkgerichte kijk op onze gedroomde samenleving. Ik reken op u, maar u mag ook op ons rekenen.

Gelukkig nieuwjaar.

 

 

 

 

 

 

Contact:
Liesbeth De Winter, Algemeen Directeur beweging.net – 0486/030803
Mail: pers@beweging.net

Deel dit bericht:

Back To Top