fbpx
kies regio:

De kinderbijslag socialer maken? Ja, maar met de nodige voorzichtigheid

De kinderbijslag zal na de verkiezingen in mei hoog op de politieke agenda staan. Als gevolg van de staatshervorming komt hij naar Vlaanderen – in Brussel naar de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Het Netwerk tegen Armoede dringt aan op een hogere kinderbijslag voor kwetsbare gezinnen, maar waarschuwt ook voor ondoordachte plannen.

Krachtig wapen tegen (kinder)armoede…

De kinderbijslag speelt vandaag al een belangrijke rol in de bestrijding van de armoede bij gezinnen met kinderen. Om te beginnen komen de sociale toeslagen in de huidige kinderbijslag wel degelijk bij de gezinnen terecht voor wie ze bedoeld zijn. Gezinnen waar het gezinsinkomen laag is en de rechtgevende ouder of andere volwassene alleenstaand, met pensioen, langdurig werkloos, langdurig ziek is of een handicap heeft. Of waar het kind wees is, geplaatst is of een handicap heeft.

Toekenning minstens even automatisch als nu

Daarnaast is er de quasi automatische toekenning van de kinderbijslag. Hoewel ook de kinderbijslag nog steeds niet waterdicht is – we komen daar verder op terug - is de onderbescherming (mensen krijgen niet waar ze recht op hebben) veel minder dan in andere stelsels van de sociale zekerheid en de bijstand, vooral dan door de hoge mate van automatische toekenning van rechten (Wim Van Lancker CSB, 2013). Belangrijk is ook dat de kinderbijslag onvoorwaardelijk is én vrij besteedbaar door het gezin. Uiteraard is ook de hoogte van het basisbedrag zelf – voor alle rechthebbende kinderen op dezelfde manier berekend - voor kwetsbare gezinnen belangrijk.

Noodzakelijk als onderdeel van het inkomen

De cijfers spreken voor zich: in Vlaanderen leeft 11,2% van de kinderen in armoede, zonder het huidige systeem van kinderbijslag zou dat 18,6% zijn. Voor gezinnen met kinderen is dat respectievelijk 9,4% en 15,4% (Van Lancker, voorlopige simulatie voor 2012). Voor grote gezinnen (met kinderbijslag 11,4%, zonder 24,7%) en eenoudergezinnen (19,9% met en 38,2% zonder) en gezinnen waar er minstens 1 kind is met een aandoening (9,5% met en 31,7% zonder, cijfers van de RKW) zijn de verschillen zéér groot.

Laat dat een krachtige waarschuwing zijn voor alle hervormers. Het Netwerk tegen Armoede zal elke hervorming die méér bescherming biedt aan kwetsbare gezinnen toejuichen. Maar avonturen, hoe goed bedoeld ook, waarbij – zelfs een deel van de gezinnen die het vandaag al moeilijk hebben, morgen een deel van hun bestaande bescherming zien afnemen, of waarbij nieuwe gezinnen slachtoffer worden van armoede - zien wij niet zitten.

…maar nog niet krachtig genoeg

Een gezinsinkomen moet toelaten waardig te leven; de overheid moet dat via haar sociale bescherming kunnen garanderen. Dé vraag is dan hoe. Wij herhalen hier met aandrang onze vraag aan de politieke wereld om bij de federale regeringsvorming na de verkiezingen van 25 mei eindelijk over te gaan tot het optrekken van de laagste uitkeringen tot de armoedegrens én om die ook welvaartsvast te maken. We dringen er ook op aan dat de bestaande fiscale lastenverminderingen voor gezinnen met kinderen minstens op het huidige niveau worden gehandhaafd en waar mogelijk versterkt.

Verantwoordelijkheid in functie van herverdeling niet afwentelen op federale niveau

Maar die vormen van sociale bescherming samen met de kinderbijslag als een geheel bekijken kan voor ons niet meer als die laatste is geregionaliseerd. Het Netwerk tegen Armoede past voor een beleid waarbij (gezinnen met) kinderen de speelbal worden in een heen-en-weer tussen verschillende overheden. De ene overheid die minder doet en verwacht dat de andere wel zal inspringen, dat kan voor ons niet. Elke overheid heeft de plicht om binnen de eigen bevoegdheden méér te doen voor kwetsbare gezinnen.

Maar wij gaan een stap verder. Extra financiële steun voor kwetsbare gezinnen moet voor ons in de eerste plaats door een verhoging van de kinderbijslag. In elk geval wensen wij geen verschuivingen te zien van een deel van de huidige rechten in de kinderbijslag voor die gezinnen naar dienstverlening, zélfs al heeft men daarmee een armoedebestrijdend effect op het oog. Om twee voorbeelden te geven: extra inspanningen voor kansengroepen in de kinderopvang of de maximumfactuur in het secundair onderwijs staan bijzonder hoog op ons verlanglijstje, maar ze betalen met – zelfs een deeltje van - de kinderbijslag die kwetsbare gezinnen nu krijgen? Wij zeggen neen.

We zijn terug bij de kinderbijslag. Die beschermt al serieus tegen armoede, maar niet genoeg. Ten eerste is de kinderbijslag ‘koopkracht’ verloren in de voorbije 20 jaar. Men bespaarde door het totaal volume van de uitgaven voor kinderbijslagen de welvaart niet te laten volgen. . Ten tweede: hoewel de kinderbijslag daardoor de facto iets selectiever werd -het aantal kinderen dat recht heeft op een sociale toeslag steeg, vooral sinds de invoering van de toeslag voor eenoudergezinnen in 2007, en men halveerde de leeftijdstoeslag voor kinderen van de eerste rang in 1997, maar niet voor kinderen met een sociale toeslag-, blijkt uit berekeningen dat de totale uitgaven voor kinderbijslag nog altijd vrij homogeen verdeeld zijn over alle inkomensgroepen. Ten derde dan. De sociale toeslagen komen dan wel terecht bij de gezinnen voor wie ze bedoeld zijn, ze zorgen bij die gezinnen maar voor een heel beperkte daling van de armoede (4,4%, berekening van Van Lancker). De focus ligt in het kinderbijslagstelsel nog altijd erg op ‘iedereen evenveel’.

Wij voegen er nog een ‘ten vierde’ en een ‘ten vijfde’ aan toe. Voor een aantal mensen dat het hard nodig heeft bestaan er geen sociale toeslagen, denken we bijvoorbeeld aan werkende mensen met een zeer laag inkomen. Voor een aantal andere mensen zijn de regels te weinig soepel of zorgen de formaliteiten toch nog voor problemen – we komen daarop terug.

Ook de berekening van het basisbedrag in de kinderbijslag zorgt trouwens voor problemen en uiteraard voelen mensen voor wie die kinderbijslag cruciaal is in het gezinsinkomen dat een stuk meer. Zo is er natuurlijk de lage rangtoeslag voor het eerste kind, in mindere mate ook nog die voor het tweede kind, wat zeker voor kleine gezinnen een probleem is. Ook de leeftijdstoeslag staat niet in verhouding tot de grotere kosten die er zijn wanneer kinderen opgroeien. Onderzoek uit 2012 van Bérénice Storms en Kristel Bogaerts (UA) toont dat de dekkingsgraad van de kinderbijslagen daalt naarmate de kinderen ouder worden.

Conclusie? Het mag best wat meer zijn. Streefdoel? Wij durven denken dat zeker voor alle gezinnen met een laag inkomen de kinderbijslag en de fiscale lastenverminderingen samen de volledige ‘kost’ voor de kinderen (en dat zijn dus ook een deel van de ‘gedeelde’ kosten in het gezin zoals huisvesting, energie…) moet gedekt zijn. Iets wat vandaag – zelfs met inbegrip van het recht op studietoelage in Vlaanderen - niet het geval is (Storms en Bogaerts, 2012). Of dat dan niet kan voor alle gezinnen met kinderen, want een kind is toch een kind? Het Netwerk tegen Armoede steunt zeker het behoud van een basisbedrag voor iedereen, maar bij beperkt budget moet de prioriteit armoedebestrijding zijn.

Onzekerheid over het budget…

Er rijzen heel wat vragen rond het beschikbare budget voor de kinderbijslag. Zal dat ongeschonden de bevoegdheidsoverdracht overleven? Om te beginnen ziet het er naar uit dat puur organisatorisch de operatie al geld zal kosten. De overdracht van gebouwen en personeel, het uitsplitsen en aanpassen van gegevensstromen en IT, de noodzaak aan een stuk ‘dubbel werk’ door de federale instellingen en de nieuwe Vlaamse en Brusselse verantwoordelijke diensten… Tot op vandaag kennen we de kost van die operatie niet, maar verwaarloosbaar zal die niet zijn.

Er is ook onzekerheid over de overgedragen middelen zelf. Uit een presentatie over de financieringswet in november vorig jaar van Axel Mathot, begrotingsexpert van de SERV, onthouden we dat er daar serieus wat adders onder het gras zitten. Het staat de regeringen in grote mate vrij de dotaties en fiscale opbrengsten zoals die nu voorzien zijn aan te wenden zoals zij dat wensen. Er bestaan nog heel wat onzekerheden over de reële grootte van die bedragen én het staat nu al vast dat er fiks zal moeten bespaard worden. Moeten we vrezen dat men met hervormingen vooral besparingen bedoelt? Decenniumdoelen – een samenwerkingsverband van sociale organisaties tegen armoede waar ook het Netwerk tegen Armoede deel van uitmaakt - eiste in november dat de Vlaamse regering minstens het huidige voor Vlaanderen beschikbare budget zou garanderen. Indien dat betekent dat er extra middelen moeten worden gezocht om eventuele tekorten op te vangen ontstaan na de overdracht, so be it. Besparingen op de kinderbijslag zijn voor ons onaanvaardbaar.

Ons recept

Het Netwerk tegen Armoede wil dat wordt nagedacht over een versterking van de herverdeling in de kinderbijslag. De vraag is hoe we dat doen.

Is een lager basisbedrag aanvaardbaar om daarmee de sociale toeslagen te versterken? Wij zijn daar niet op uit, maar als dat een piste wordt moeten kwetsbare gezinnen met kinderen na het optellen van basisbedrag en toeslagen er wel nog op vooruit zijn gegaan.

Vinden we ‘foefelen’ met de rangorde een goed idee? Ongelukken zijn hier snel gebeurd: bij het omdraaien van de rangorde – zeg maar, meer geld voor het eerste kind, minder voor het 3e en volgende - zorg je wel voor de kleine gezinnen (die nu inderdaad minder bedeeld zijn), maar snijd je op een onverantwoord ingrijpende manier in het gezinsbudget van grote gezinnen. Stel: je krijgt morgen nog 2 x 90,28 euro voor je 3e en 4e kind i.p.v. 2 x 249,41, reken maar uit wat een drama dat betekent voor zo’n gezin. Ook bij het afschaffen van de rangorde – zeg, elk kind in het gezin krijgt (zonder de leeftijdstoeslag) evenveel - krijg je dat effect. De vraag is trouwens maar wat je op die manier extra kan doen voor de kleine gezinnen, gesteld dat je dit voor ieder klein gezin wil doen. Ze zijn met zoveel dat je de bedragen per rang sowieso zal moeten beperken wil je dit niet ten koste van de sociale toeslagen laten gaan. Maar zelfs dan vinden wij dit onaanvaardbaar, want je treft niet alleen de grote gezinnen, een uitbreiding van de sociale toeslagen is dan bij constant budget niet meer mogelijk. Tenzij je dit soort ‘vereenvoudigingen’ in het basisbedrag enkel voor de rechthebbenden op de toeslagen zou gaan doen, maar weerom geldt: niet iedereen die nu een toeslag nodig heeft krijgt hem en wij willen niet dat kwetsbare mensen er in de feiten op achteruit gaan. Enkel in kwetsbare gezinnen de eerste, eventueel ook de 2e rang, dan maar wat meer geven? Misschien wel een goed idee.

De leeftijdstoeslagen versterken? Ja voor kwetsbare gezinnen. Neen voor iedereen als dat ten koste gaat van budgetten die naar meer herverdeling zouden kunnen gaan.

Komaf maken met de ingewikkelde manier waarop nu via een volwassene het recht moet worden geopend, dus aan alle kinderen, in welk gezin ze ook wonen en wat ook hun achtergrond is, het recht op kinderbijslag geven? Ja, absoluut, maar vergeet niet voor mensen die nu een hoger basisbedrag hebben in de gewaarborgde gezinsbijslag te voorzien in gelijke rechten via de sociale toeslagen.

Moeten de huidige sociale toeslagen worden opgetrokken? Het aandeel van die toeslagen in het totale budget ook? Ja, zeker wel.

Kan er worden nagedacht over het uitbreiden van de bestaande sociale toeslagen naar andere ‘categorieën’? Ja, er zijn de werkende armen, maar ook mensen die wel werkloos zijn maar geschrapt van hun werkloosheidsvergoeding, we denken ook, aan daklozen (hoe doen zij dat terwijl ze geen domicilie hebben, leefloon kan wel, maar kinderbijslag niet?)…

Toeslagen op basis van inkomen geen goed idee

Moet het dan niet veel eenvoudiger? ‘Schaf dat ingewikkelde en deels lekke systeem van sociale toeslagen af en vervang het door een inkomensgerelateerde toeslag’. Wij zijn niet enthousiast. Er zullen mensen voor in aanmerking komen die het niet nodig hebben, quid bijvoorbeeld met goed verdienende ouders die zichzelf een laag loon uitbetalen vanuit de persoonlijke bvba? Het systeem dreigt op die manier teveel te kosten, waardoor er minder overblijft om meer te doen voor zij die het echt nodig hebben. Maar zelfs als je misbruiken of oneigenlijk gebruik zou kunnen uitsluiten, dan nog is dit voor ons een onvoldoende precies instrument. Want het officieel gekend inkomen weerspiegelt niet altijd wat mensen écht in handen hebben als gezinsbudget (dat kan te wijten zijn aan een iets duurdere aflossing van een hypotheek omdat huurwoningen voor grote gezinnen nu eenmaal niet altijd beschikbaar zijn, hoge gezondheidskosten die niet noodzakelijk volledig gedragen worden door de ziekteverzekering…) Het Netwerk tegen Armoede ziet daarom momenteel enkel heil in een versterking en verfijning van de bestaande toeslagen, aangevuld met een resttoeslag voor wie aantoonbaar een probleem heeft met zijn gezinsbudget maar hetzij geen recht heeft op andere toeslagen, hetzij daarmee nog onvoldoende geholpen is. Een (zo automatisch mogelijk ‘getriggerd’) sociaal onderzoek lijkt ons daarbij de enige realistische uitweg om uit te maken of iemand rechthebbend is.

Ook het vraagstuk van het beheer van de kinderbijslag houdt ons trouwens bezig. Jongeren die vertrekken uit het ouderlijk huis, waarbij niet enkel hun ouders hun inkomen fors zien dalen, maar ook zijzelf. Moeilijkheden rond het aantonen van het inkomen (bv. bij eerder werk in het buitenland) of het maximum toegelaten aantal werkuren bij studenten. Vertraging bij het uitbetalen van de kinderbijslag aan ouders die hun kind zien terugkeren uit de bijzondere jeugdzorg… Er zijn nog wel wat situaties die vandaag al voor kopbrekers zorgen en schreeuwen om een antwoord.

De enorme know how en performantie bij de uitbetalingsinstellingen waar we het eerder al over hadden mag ook daarom niet verloren gaan. En bijkomende drempels in het leven roepen bij de reorganisatie van het beheer is voor het Netwerk tegen Armoede zeker geen optie. Mensen zelf hun kinderbijslagfonds laten kiezen? Een zeer goed recept voor onderbescherming. Andere spelers – zoals mutualiteiten of zorgkassen - inschakelen? Kan voordelen hebben, maar wat als je bijdragen niet zijn betaald? Enzovoort. Het is opletten geblazen.

Het Netwerk tegen Armoede pleit dus voor een socialere kinderbijslag dan vandaag, maar hoopt ook op veel gezond verstand bij de hervormingen. Anders is deze bevoegdheidsoverdracht een stap achteruit.

“De onderbescherming in de kinderbijslag is veel minder dan in andere stelsels van de sociale zekerheid en de bijstand, vooral dan door de hoge mate van automatische toekenning van rechten.”

“De verschillen zijn zéér groot: in Vlaanderen leven in 11,4% van de grote gezinnen kinderen in armoede. Zonder kinderbijslag zou dat 24,7% zijn. Voor eenoudergezinnen is dat 19,9% met en 38,2% zonder.”

“De ene overheid die minder doet en verwacht dat de andere wel zal inspringen, dat kan voor ons niet. Elke overheid heeft de plicht om binnen de eigen bevoegdheden méér te doen voor kwetsbare gezinnen.”

“De kinderbijslag is ‘koopkracht’ verloren in de voorbije 20 jaar. Men bespaarde door het totaal volume van de uitgaven voor kinderbijslagen de welvaart niet te laten volgen.”

“Indien dat betekent dat er extra middelen moeten worden gezocht om eventuele tekorten op te vangen ontstaan na de federale overdracht, so be it. Besparingen op de kinderbijslag zijn voor ons onaanvaardbaar.”

“Mensen zelf hun kinderbijslagfonds laten kiezen? Een zeer goed recept voor onderbescherming.”

 
Artikel van: Frederic Vanhauwaert & Arne Proesmans
De auteurs zijn respectievelijk coördinator en beleidsmedewerker inkomen bij Netwerk tegen armoede

  Deze website werd mede mogelijk gemaakt door
Belfius Bank VDK bank Logo DVV

Wij gebruiken cookies

Wij gebruiken cookies op onze website. Sommige zijn essentieel voor het correct functioneren van de site, terwijl andere ons helpen om de site en de gebruikerservaring te verbeteren (tracking cookies). U kan zelf kiezen of u deze cookies wil toestaan of niet. Let op dat als u onze cookies weigert mogelijk niet alle functies van de site beschikbaar zijn.