Webinar met Noël Slangen
In Vlaanderen groeit 13% van de kinderen op in een gezin met een verhoogd armoederisico. Dit zijn schokkende cijfers. Kinderen die in armoede leven, krijgen immers niet dezelfde ontplooiingskansen. Is de problematiek van kinderarmoede nu oplosbaar of niet? Die vraag stelden we vorige week tijdens een webinar aan Noël Slangen, voorzitter van het Kinderarmoedefonds van de Koning Boudewijnstichting.
“Als je naar de evoluties in Vlaanderen kijkt, zou je denken dat het probleem onoplosbaar is”, stelt Noël Slangen, “de globale armoedecijfers in ons land dalen, maar die van kinderarmoede blijven stijgen. Dit ondanks alle politieke beloften. Cijfers tonen aan dat het aantal kinderen dat in armoede leeft sinds 2001 meer dan verdubbeld is.”
Ook Koen Albregts, die coördinator is bij het Jongeren Advies Centrum (JAC), stelt dit dagelijks in zijn werk vast: “Armoede treft veel mensen. Wat opvalt is dat 1 op de 5 van de mensen die in armoede leven tussen de 18 en de 25 jaar is. Een realiteit waarmee we binnen JAC’s en het OverKop-huis in Limburg helaas veel geconfronteerd worden. Jongeren komen dan bij ons aankloppen omdat ze het thuis niet meer zien zitten of gewoonweg om een slaapplaats te vinden waar ze de nacht kunnen doorbrengen.”
“Een kind dat opgroeit in armoede is heel vaak bestemd om later zelf in armoede terecht te komen”, zegt Noël Slangen. “Dit betekent dat, als we echt iets aan armoede willen doen, we moeten inzetten op deze kinderen. Meer bepaald moeten we extra aandacht schenken aan kinderen jongeren dan drie jaar. Het is op deze leeftijd dat kinderen zich het meest ontwikkelen. Op het ogenblik dat de kinderen naar de kleuterklas gaan, is een groot deel van de ontwikkeling al achter de rug.”
Eén van de beste momenten waarop er kan worden opgetreden tegen kinderarmoede is volgens Noël Slangen zelfs voor de geboorte van het kind. Dit is een fase waarop de aanstaande moeders die in armoede leven in contact komen met verschillende instanties. Ze gaan dan naar Kind & Gezin, de dokter, enz. Dan moet er al gedetecteerd worden hoe het zit met de thuissituatie. De coaching van de ouders zou op dat ogenblik best al beginnen.
Wat het gevoerde armoedebeleid betreft, is Noël niet echt lovend: “We hebben al vele jaren zowel Vlaamse als federale ministers van Armoedebestrijding, maar echt een succes kan je dat niet noemen. Dat kan je deze ministers zelfs niet echt kwalijk nemen. Armoedebestrijding zou in alle beleidsdomeinen moeten meegenomen worden. Denk bijvoorbeeld maar aan huisvesting, onderwijs of tewerkstelling. Iedere minister is op zijn domein verantwoordelijk voor het beleid rond armoede. Elke minister zou eigenlijk minister van kinderarmoede moeten zijn. Het budget dat er voorzien is voor armoedebestrijding is daarnaast veel te laag.”
Noël Slangen besluit: “Kansarmoede gaat niet enkel over een tekort aan geld. Als we kinderarmoede willen aanpakken, moeten we kinderen vooral uit hun isolement halen en ervoor zorgen dat ze in een kwalitatieve omgeving kunnen opgroeien. Kinderen moeten het gevoel hebben dat ze erbij horen. Armoede brengt immers heel wat schaamte met zich mee. Door meer in te zetten op de eerste drie levensjaren, planten we echt zaadjes tegen kinderarmoede.”
Meer over het Kinderarmoedefonds …
Bekijk hier het webinar
De slides van Noël Slangen
De brochure van de Koning Boudewijnstichting
Lees meer uit Visie …