Allemaal digitaal?
De digitalisering kende het voorbije jaar een versnelling door corona. Op het eerste gezicht lijkt het een goede zaak dat meer mensen de stap hebben gezet naar de digitale wereld. Het biedt een heleboel nieuwe kansen en voordelen. Maar er is wel een kanttekening. De digitale kloof op vlak van toegang tot het internet is dan wel kleiner geworden, maar geldt dat ook voor de digitale vaardigheden?
De ‘Barometer van de informatiemaatschappij 2020’ van de federale overheid geeft een positief beeld. Hieruit blijkt dat in 2019 slechts zeven procent van de bevolking nooit gebruik gemaakt heeft van internet, tegenover negen procent in 2018. Vermits deze cijfers nog de situatie weergeven van voor corona, mogen we ervan uitgaan dat sinds de eerste lockdown in maart 2020 dat percentage nog iets gezakt is en nog meer mensen toegang hebben tot internet.
Dubbele digitale kloof
Maar het al dan niet toegang hebben tot internet is maar één deel van de digitale kloof. Die is ook gemakkelijk te meten en te detecteren. De tweede digitale kloof is complexer: door verschillen in digitale vaardigheden ontstaat er een ongelijkheid en mechanismen van uitsluiting. Volgens cijfers van de FOD economie uit 2019 beschikt in België slechts één op drie over voldoende digitale vaardigheden. Dat los je niet op door meer mensen een laptop of smartphone te geven.
De trend naar steeds meer digitaal werken was al voor de coronapandemie in gang gezet, maar door de ‘social distancing’ werden fysieke alternatieven plots stopgezet en vervangen door online communicatie. De digitalisering zit ondertussen in een heleboel facetten van ons dagelijks leven verwerkt, waardoor een aanzienlijk deel van de maatschappij het risico loopt op digitale uitsluiting. Zonder ondersteuning of begeleiding zullen ze verder achterop geraken.
Lees meer uit Visie …