Veertig jaar Populorum Progressio
Wie in 2007 de pauselijke encycliek Populorum Progressio opnieuw leest, kan niet anders dan terugdenken aan de eerste keer toen hij die las. In 1968 was dat, in de godsdienstles van het college waar ik school liep. De wereld was toen nog eenvoudig: een verhaal van goeden en slechten. De rijken waren slecht en harteloos, de armen onschuldige slachtoffers. Hún helden – Martin Luther King, Che Guevara, Gandhi, Helder Camara – waren ónze helden.
Dat de paupers van het Zuiden ooit voor monsters als Saddam Hoessein of Osama Bin Laden zouden applaudisseren, daar hadden we nog niet het minste vermoeden van.
